Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brouwer (Seerp)

betekenis & definitie

Brouwer (Seerp), Nederl. hoogleeraar, geb. te Franeker, 1793, studeerde te Franeker en te Leiden, behoorde in 1813 tot de gardes d’honneur en was in 1815 sergeant-majoor bij de Vrijwillige Jagers; promov. in 1816 te Leiden tot Med. Doctor en tot doctor in de Obstetrie, in 1817 tot Doctor in de Wis- en Natuurkunde, vestigde zich vervolgens als geneesheer te Leeuwarden, waar zijn vader Jan Br. Doopsgez. predikant was, werd in 1823 hoogleer. te Groningen in de Wis- en Natuurkunde, nam in 1835 eervol ontslag en vestigde zich te Oranjewoud in Friesl., waar zijne echtgenoote Sjouwke Cats een buiten bezat. Hij werd in 1842 lid der Tweede Kamer, maar trok zich in het midden van 1845 uit het staatkundig leven terug en overleed in 1856.

< >