Borman(Jan en Pasquier), vader en zoon, beiden Vlaamsche houtsnijders. De vader werkte van 1479 tot 1520 in Brussel, dikwijls geholpen door zijn zoon, die nog tot in 1536 genoemd wordt. Werk van den vader vindt men in vele kerken in Vlaanderen, in Zweden en Duitschland; dat van den zoon beperkt zich tot België.
Beiden hielpen het huis der hertogen van Brabant te Brussel met standbeelden versieren. De beide B. behooren tot de beste kunstenaars uit den laat-Gotischen tijd.
Litteratuur: Thieme-Becker’s Algemeines Lexikon der bildenden Künstler, IV 364 en 366.