Bladtin, stanniool, tinfoelie. Onder dezen naam komt het dun uitgeplette tin in den handel. Men onderscheidt echter drie soorten n.l. foelie van zuiver tin, compositiefoelie en Duitsche foelie. De compositiefoelie bestaat uit een looden kern, die aan beide einden met een laag tin bedekt is; de Duitsche foelie wordt gemaakt uit tin, dat met enkele procenten van een geheim gehouden metaalalliage is gelegeerd.
De graad van fijnheid van de foelie wordt uitgedrukt door het aantal vierkante centimeter, dat 1 Engelsch pond zou bedekken. De grenswaarde daarvan bedraagt bij zuivere tinfoelie 10000, bij compositiefoelie 7000 bij Duitsche foelie 14000 cM.2 Daaruit volgt dat de dikte bedraagt 0.056 mM. resp. 0.08 en 0.04 mM. Terwijl het gebruik voor het maken van spiegels sterk is afgenomen, vindt bladtin een uitgebreide toepassing als waterdicht verpakkingsmateriaal. Dik b. doet ook dienst bij het isoleeren van vochtige en uitslaande muren. Voor dit laatste doel brengt men „geprepareerd” b. in den handel. Dit is aan één zijde met een sterk hechtende verflaag bedekt, waaraan het kitmiddel zich beter vastzet, dan aan het ongeprepareerde b. Voor het opbrengen van b. op vochtige en uitslaande muren zie men; C. P. v. Hoek, Handl. v. h. huisschilderen: Amsterdam 1911: blz. 169-170. In Nederland zijn twee fabrieken van b,. die ook voor export werken, nl. te ’s-Hertogenbosch en te Vaassen.