Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Benevento

betekenis & definitie

Benevento - 1) provincie van Midden-Italië, be noorden het landschap Campania; 2100 K.M.2;

262.000 inw. Het land omvat een gedeelte van de Napolitaansche Apennijnen en is in het gebied der Westelijke voorterrassen van dit gebergte vlak en vruchtbaar. De voorn, rivier is de Calore, een zijri vier van de Vol turn o; B. voert rundvee, graan, azijn olie, zuidvruchten, tabak en wild uit. De spoor lijn, die Napels en Caserta met Ariano en Foggia ver bindt en waaraan ook de hoofdstad B. is gelegen, doorloopt de prov. van W. naar O.
2) Hoofdstad der prov. B., op een hoogte tusschen de Sabato en de Calore, aan de spoorlijn Foggia-Napels; zetel van het in 969 gestichte aartsbisdom B.; de stad heeft nauwe, onzindelijke en slecht of in het geheel niet geplaveide straten; 24.000 inw. Onder de overblijf selen uit de oudheid te B., waar bijna elke muur uit brokstukken van oude altaren, zuilen, enz. be staat, munt de in 114 na Chr. opgerichte triomfboog van Trajanus (l51/2 M. hoog) uit; deze draagt den naam van Gouden Poort (Porta aurea) en is thans een der stadspoorten. B. was de stad in het Z. van Samnium in ’t land der Hirpini, aan het kruis punt van verscheidene wegen en aldus genaamd se dert de vestiging der Lat. kolonie in 268v.C. in plaats van Maleventum. In 275 v. C. versloeg M. Curius al daar koning Pyrrhus van Epirus. De stad bleef in den oorlog tegen Hannibal aan Rome trouw, werd na den Bondgenootenoorlog een municipium, door Augustus en volgende keizers aanmerkelijk vergroot en ver sterkt, en tenslotte door den Gotenkoning Totila ver woest, doch door Narses weder opgebouwd.

Tijdens de heerschappij der Langobarden was het de hoofd plaats van een zelfstandig hertogdom, dat na den val van Desiderius zijn onafhankelijkheid tegen de Grie ken en Karel den Groote handhaafde. In 840 splitste het hertogdom zich in de vorstendommen Benevento, Salerno, Napels en Capua. In den daarop volgenden tijd streden Saracenen en Grieken, de hertogen van Spoleto en de graven van Capua om haar bezit, totdat Paus Leo IX er zich in 1049 van meester maakte. In den loop der volgende eeuwen werd de stad B. meermalen bezet, door de Noormannen, door Fre derik II en door Manfred, die in 1266 onder hare muren sneuvelde, waarop zijn rijk te gronde ging. Paus Alexander VI schonk het vorstendom B. in leen aan zijn oudsten zoon Giovanni Borgia. In 1627 werd het door de Spanjaarden bezet. Napoleon schonk het met de stad in 1806 aan minister Talleyrand, die daarop den titel van vorst van B. aannam; bij den vrede van 1816 werd het den Paus teruggegeven. In de 11e en 12e eeuw werden hier een vijftal Con cilies gehouden.

3) Havenstadje in de Brazil. prov. Espirito-Santo, gesticht in 1665 door den Sp. missionaris José d’Anchietta; 6400 inw.

< >