Basoetoland, Eng. kolonie in Z. Afrika, oppervlakte ± 32.000 KM.2 Het omvat het brongebied van de Oranjeriv. en is een eenzaam, wild bergland, waarvan de W. rand gevormd wordt door het Drakengebergte, met den 3400 M. hoogen Mt. aux Sources, waarop behalve de Oranje-riv. o.a. ook de Caledon ontspringt, die de grens vormt tusschen B. en den Oranje-Vrijstaat. Op de hoogten is, door ’t ruwe klimaat, hier en daar slechts eenige veeteelt mogelijk (runderen en vooral paarden). Men vindt er uitgestrekte venen; in de rivierdalen doet men ook aan landbouw (negerkoren, mais); echter veroorzaken de zware regens daar vaak groote overstroomingen, die ook de bruikbaarheid der wegen zeer benadeelen.
— De Basoeto’s stichtten in1820 een geordenden staat. Zij handhaafden hun zelfstandigheid in 1831 tegen de Matabelen, in 1851 tegen de Engelschen. Na langdurige verwikkelingen met den Oranje-Vrijstaat stelde koning Mosjesj zich in 1868 onder Eng. bescherming. Na de opstanden tegen het Eng. gezag in 1879 en ’81 werd B. een bijna geheel onafhankelijke kroonkolonie; vestiging van Europeanen in het land is verboden. De bevolking bestaat uit ± 350.000 negers en eenige honderden blanken: ambtenaren, zendelingen en handelaars. De Eng. resident woont te Maseroe. Spoorwegen zijn er niet.
