Barkhaan of Sikkelduin. Het begin van elke duinvorming is een vlakke zandhoop. Deze ontstaat door onbeteekenende hindernissen van den bodem: kleine steenen, grashalmen, door den wind gevormde zandribbels, enz. Zoo’n kleine zandhoop vormt voor aanstuivend zand een hindernis. Dit aanstuivende, langs den bodem krinkelende zand, splitst zich voor de hindernis en gaat langs de zijden van den oorspronkelijken zandhoop zijwaarts. Een gedeelte van de korreltjes stuift naar boven en hoogt niet alleen den zandhoop op, maar brengt ook den top naar voren. Langzaam ontstaat dan, bij den standvastig in dezelfde richting waaienden wind, uit den oorspronkelijk onbepaalden vorm de hoefijzerof sikkelvorm. De loefzijde is door het aanstuivende zand zacht glooiend. Aan de lijzijde storten de zandkorrels in de halvemaanvormige bocht van ’t duin. De lijzijde heeft daardoor een steile helling (32°). Een scherpe kam, naar de randen toe vlakker wordend, scheidt de beide hellingen. Dikwijls vergroeien twee naburige b. tot tweelingb. De b. zijn gewoonlijk 15-25 M. hoog. Uit ’t bovenstaande volgt, dat b. op een vrijen zandbodem kunnen ontstaan en het meest voorkomen in de plantenlooze zandwoestijn (Sahara, Turkestan, Gobi, enz.).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk