Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bank (javasche)

betekenis & definitie

Bank (javasche) - circulatie-instelling voor Ned. Indië, krachtens machtiging des Konings in 1827 door den Commissaris-Generaal du Bus de Ghisignies opgericht; haar nieuwste octrooi is van 1 April 1906 en loopt tot 31 Maart 1921, waarna het jaarlijks verlengbaar is, behoudens opzegging van een der beide zijden. De J. B. heeft haar hoofdzetel te Batavia, een bijkantoor te Amsterdam, agent- of correspondentschappen op plaatsen, door den Gouv. Gen. in overleg met de Directie bepaald. De B. staat onder bestuur van een president en twee directeuren door den G.-G. benoemd. Zij is een naaml. venn. met een kapitaal van ƒ 6.000.000, dat op last der Regeering en met toestemming der B. kan worden vergroot. Tot haar omvangrijke operatiën wordt zij vooral in staat gesteld door het recht om bankbiljetten uit te geven, van ten hoogste ƒ1000 tot niet minder dan ƒ5.Tegenwoordig mag geen uitgifte van bankbiljetten plaats hebben, wanneer niet ten minste 2/5 van het uitgegeven bedrag in munt of muntmateriaal voorhanden is, terwijl ¾ van dien voorraad uit standpenningen moet bestaan.

< >