Bandkwast

betekenis & definitie

Bandkwast - verfkwast, waarvan de haarbundel omklemd wordt door een ijzeren ring. Bij de vervaardiging van een b. wordt allereerst de ijzeren ring van onderen om den haarbundel gelegd. De steel kan nu op tweeërlei wijze bevestigd worden, nl. ingeslagen of doorgeslagen. Het inslaan is tegenwoordig meer gebruikelijk dan het doorslaan. Bij eerstbedoelde methode wordt aan de onderzijde van den haarbundel vooraf een palmhouten wig van ca. 7 c.M. lengte ingeslagen, om ruimte te maken voor den steel. Deze steel is eenigszins puntig bijgesneden en wordt met dit aangepunte uiteinde op de wig geplaatst en vervolgens in den haarbundel gedreven. Nu wordt in het aangepunte uiteinde van den steel een gaatje gepriemd en hierin een wig geslagen. De steel splijt daardoor, terwijl de haarbundel sterk vastgedreven wordt tusschen ring en steel. Het haar is hierdoor voor uitvallen en de haarbundel voor losraken behoed. Ten slotte wordt soms het haar aan den onderkant van den bundel met pek bestreken, waarna men boven den ijzeren band nog een kleine touwomwoeling aanbrengt. Bij het maken van een b. met doorgeslagen steel, is deze laatste wigvormig en wordt van boven in den haarbundel gedreven, zoodat hij zich ten slotte zelf vastwigt. De haarbundel met band komen daarbij te staan op een ijzeren plaat, waarin een gat, precies ter grootte van de dikte van den steel. Het inslaan geschiedt met een houten plak van ca. 20 c.M. lengte: de zoogen. borstelmakersplak. Overigens worden ook deze kwasten op gelijke wijze afgewerkt als de vorengenoemde.