Ballonhal

betekenis & definitie

Ballonhal - gebouw om ballons en luchtschepen in te bergen. Oorspronkelijk normale bouwwerken, zijn de ballonhallen nu langzamerhand ten gevolge van de steeds toenemende afmetingen der luchtschepen, wonderen van ingenieurskunst geworden. Men onderscheidt ze in tijdelijke, van zeildoek; semi-permanente, van hout; en permanente, in metselwerk of metaalconstructie. De nieuwste permanente hallen zijn van reusachtige afmetingen met een binnenwerksche vrije ruimte van 200 M. lang, 50 M. breed en 35 M. hoog. De afsluiting geschiedt bij de tijdelijke hallen door zeildoek, bij de semi-permanente door houten en bij de permanente door ijzeren roldeuren, die den toegang tot de hal over het volle profiel vrij maken. De beweging der deuren geschiedt electrisch. Daar tal van luchtschepen bij het binnenbrengen in de hal beschadigd werden, wanneer de wind niet zuiver in de lengte-richting van de hal woei, construeerde de firma Siemens-Schuckert bij Berlijn-Biesdorf een draaibare metalen hal, lang 135 M., breed 25 M., hoog 31 M., die dus altijd in de windrichting gesteld kan worden. Dit type van hallen voldoet goed en schijnt in Duitschland veel te worden gebouwd. Litt. A. Sonntag, Ueber die Entwicklung und den heutigen Stand des Deutschen Luftschiffhallenbaues.