Adriaan floriszoon - Als Paus den naam Adriaan VI dragend, 2 Maart 1459 te Utrecht uit nederigen stand geb., kreeg zijn eerste opleiding bij de Broeders des Gemeenen Levens, studeerde vervolgens te Leuven en werd daar, nadat hij na langdurige studiën in de philosophie, theologie en canoniek recht in 1491 de doctorale waardigheid verkregen had en inmiddels reeds met een professoraat in de theologie was belast, aangesteld tot deken der hoofdkerk en kanselier der universiteit, terwijl hij bovendien kort na zijn promotie benoemd was tot pastoor van Goeree, waar een vicaris voor hem de pastorale functies waarnam. Keizer Maximiliaan I vertrouwde hem sedert 1507 de opvoeding toe van zijn kleinzoon Karel (V); in 1515 werd A. naar Spanje gezonden, om de belangen van zijn leerling te behartigen, waar hij in 1516 na den dood van Ferdinand van Arragon voor Karel tot diens komst in Spanje de regeering waarnam en in dat jaar tot bisschop van Tortosa en in 1517 tot kardinaal werd benoemd. Toen Karel V Spanje in 1520 verliet, stelde hij A. tot regent aan en na den dood van Paus Leo X wist hij hem door zijn invloed op den pauselijken stoel te doen verheffen (1522). Daar A. te zwak was, om doortastende maatregelen te nemen, bleven vele van de goede voornemens van den in tegenstelling met zijn voorgangers zeer eenvoudig levenden Paus, die streng optrad tegen de verwereldlijking van het pauselijk hof, onuitgevoerd.
Bij den Rijksdag te Neurenberg, 1522, drong hij krachtig aan, om de Hervorming te bestrijden; tevergeefs ijverde hij, om de Christenvorsten van Europa tegen de Turken te vereenigen en ook zijn welgemeende pogingen, om den vrede te herstellen tusschen Karel V en Frans I van Frankrijk, leden schipbreuk. Hij overleed den 14den Sept. 1523, in hetzelfde jaar, waarin hij in tegenspraak met zijn vredelievende politiek door den drang der omstandigheden toegetreden was tot de ligue van Venetië tegen Frankrijk. Hij is begraven in de kerk S. Maria dell’Anima. A. is de eenige Nederlander onder de lange rij der Pausen. In Utrecht wordt nog zijn aandenken bewaard door het z.g. Paushuize, dat hij zich had laten bouwen, om er zijn laatste levensjaren in rust te kunnen doorbrengen, doch dat hij nooit heeft bewoond. De door A. geschreven werken zijn uitgegeven door Reusens in Syntagma doctrinae Adriani VI (Leuven 1861) en Anecdota Adriani VI (Leuven 1862).