Abstracte verbintenis - Akten, welke ten doel hebben het bestaan van een schuldverbintenis te erkennen of vast te stellen (schuldbekentenis, betalingsbelofte), worden abstract genoemd, indien daarin het rechtsfeit, de bron, waaruit die verbintenis is voortgesproten (de oorzaak), niet wordt vermeld. Abstract of indiscreet is de schuldbekentenis: „Ondergeteekende erkent schuldig te zijn aan A. ƒ 100”, of „ondergeteekende belooft aan A. te betalen ƒ100”; daarentegen is niet-abstract of discreet de schuldbekentenis; „Ondergeteekende erkent schuldig te zijn aan A. ƒ 100.— wegens van hem op heden ter leen ontvangen gelden” of „wegens een op heden gekochte en geleverde koe.” Art. 1372 B.W. verlangt, dat in de akte de oorzaak wordt uitgedrukt. Is dit niet geschied, dan heeft de schuldeischer in rechte aan de akte niet genoeg tot staving van zijne vordering, maar moet hij bovendien de aanwezigheid van een geoorloofde oorzaak aantoonen.
Daarentegen kan de schuldeischer met de overlegging van een discrete akte (schuldbekentenis) volstaan, behoudens het recht van den schuldenaar, het niet bestaan of de nietigheid van de in de akte vermelde oorzaak te bewijzen. De schuldeischer kan dan op zijn beurt weer aantoonen, dat niettemin eene andere geoorloofde oorzaak aanwezig is.
Deze regeling wordt afgekeurd door velen, die van oordeel zijn, dat aan de akte, waarin de oorzaak niet wordt vermeld, dezelfde kracht behoort te worden toegekend als aan de akte, waarin dit wel geschiedt, de kracht nml. den onderteekenaar aan haren inhoud te binden tot bewijs van het tegendeel. Dit geldt reeds voor de schuldbekentenis aan order (promesse, acceptatie of orderbiljet), waarin met erkenning van genoten waarde of van waarde in rekening kan worden volstaan (art. 208 K.).
Sommige schrijvers (te onzent Mr. J. A. Levy) beschouwen de abstracte schuldbekentenis als een handeling, die niet het bestaan van een schuld vast stelt, maar veeleer op zich zelf eene verplichting in het leven roept. Tegenbewijs, dat een schuld niet bestond, is bij deze opvatting uitgesloten. Er zijn ook rechtsgeleerden, die dit aannemen voor alle orderen toonderpapieren, onverschillig hoe de inhoud luidt, en die daarom de verbintenissen uit orderen toonderpapier brengen tot de abstracte verbintenissen. Onze wet geeft tot deze abstractie van de werkelijkheid niet de minste aanleiding.