(Sp.: Tajo; Port.: Tejo), rivier op het Pyrenees Schiereiland, lengte 1120 km, met een stroomgebied van 81000 km2. Zij ontspringt op de Cerro de San Felipe in de Gerrania de Cuenca, stroomt eerst in noordwestelijke richting en dan westelijk door Nieuw-Castilië.
Bij Aranjuez, waar zij de Jarama opneemt, is de Taag gekanaliseerd. De linkerzijrivieren zijn ’szomers vrijwel droog. Van meer belang zijn de rechterzijrivieren: o.a. de Guadarrama, de Alberche, de Tiétar en de Alagon. Voorbij Alcantara komt de Taag in Portugal waar zij bij Abrantes de Meseta verlaat en bij Santarem bevaarbaar wordt voor grote schepen. Op Portugees grondgebied heeft zij als belangrijkste zijrivier de Zézere. Vóór haar brede trechtermonding in de Atlantische Oceaan tussen de Kaap da Roca en de Kaap Espichel vormt zij een 330 km2 grote baai waaraan Lissabon ligt.
In de Taag bevinden zich vele stuwdammen. De dammen in de bovenloop zijn gebouwd voor de Tweede Wereldoorlog en bevinden zich bij Bolarca, Zorita en Almogavera en voorts in de Siërra de Altamira. De stuwdammen in de middenloop van de Taag tussen Talavera en la Reina en de Portugese grens zijn na 1955 gereedgekomen. Op Portugees grondgebied zijn hydro-elektrische werken tot stand gebracht bij Belver en in de zijrivieren Ponsul, Riza, Ocreza en Zézere.