o., droog klimaat met een gemiddelde jaarlijkse neerslag van 38—76 cm.
(e) Bij een steppeklimaat moet de gemiddelde temperatuur van de warmste maand ten minste 10 °C zijn, maar bij de typering speelt de droogte de belangrijkste rol en deze heerst vrijwel onafgebroken of gedurende het grootste gedeelte van het jaar, zodat de groei van de vegetatie onmogelijk wordt of tot stilstand komt. Sommige kruiden verspreiden zaden die lange tijd bestand zijn tegen de droogte en bij regen snel ontkiemen. Andere planten kunnen veel vocht opslaan en daarop teren in een tijdvak van droogte. Het steppeklimaat is te onderscheiden naar het veelvuldig of zelden voorkomen van nevel. Ook kent men gebieden met een zeer warm steppeklimaat waar de gemiddelde jaartemperatuur boven 18 °C is gelegen, een steppeklimaat met koude winter en met een jaartemperatuur beneden 18 °C terwijl de warmste maand een gemiddelde temperatuur boven 18 °C bezit, en een steppeklimaat met de gemiddelde temperatuur van de warmste maand onder 18 °C (➝klimaat).