Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Scheidend vermogen

betekenis & definitie

(ook: oplossend vermogen), grootheid die aangeeft welk verschil tussen twee bijna gelijke grootheden met bepaalde apparatuur nog juist waarneembaar is.

Het scheidend vermogen van een microscoop-objectief wordt gedefinieerd als de kleinste afstand tussen twee lijnen resp. punten, in hetzelfde vlak liggend, die nog gescheiden afgebeeld kunnen worden. Dit is afhankelijk van de numerieke apertuur, zowel van het objectief als van de condensor, van de golflengte van het gebruikte licht en in bepaalde gevallen nog van bepaalde eigenschappen van het object (nl. wanneer dit in belangrijke mate afwijkt van het ideale theoretische object, dat geen dikte bezit, absoluut vlak is en een maximaal zwart-wit contrast vertoont). Lensfouten kunnen het scheidend vermogen verminderen, maar soms ook vergroten (astigmatisme) ten opzichte van de theoretische grens.

Het scheidend vermogen van een fotografische emulsie wordt uitgedrukt in het aantal lijnen per millimeter dat onder optimale omstandigheden kan worden afgebeeld.

Het scheidend vermogen van een fotografisch objectief geeft men gewoonlijk aan met het maximum aantal lijnen per millimeter dat onder optimale omstandigheden in het, van een standaardobject (testkaart) ontworpen beeld, gescheiden weergegeven kan worden. Het testobject bestaat in de regel uit een kaart met in afstand variërende verdelingen of korte lijntjes met een zuiver zwart-wit contrast zonder halftonen.

Ook bij zintuigen spreekt men van scheidend vermogen, b.v. het scheidend vermogen van het gezichtsorgaan (bij de mens: ca. 0,1 mm op 25 cm afstand). Ook is sprake van een scheidend vermogen in de tijd: als regelmatig onderbroken, normaal sterk verlichte beelden elkaar sneller opvolgen dan ca. 20 per seconde (de zgn. versmeltingsfrequentie), worden zij niet meer afzonderlijk waargenomen, maar als één continu beeld; op dit verschijnsel berust de kinofilm. Dezelfde versmeltingsfrequentie treedt op voor geluiden: een roffel van hogere frequentie dan ca. 20 Hz wordt waargenomen als één toon. Bij de diverse diergroepen kan de waarde van het scheidend vermogen in de tijd zeer uiteenlopen. Bij insekten b.v. versmelten beelden pas bij een hoger opvolgingstempo dan 250 per seconde.

< >