Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Scheidemann, heinrich

betekenis & definitie

Duits componist, *ca.1596 te Wöhrden, ♱begin 1663 te Hamburg. Van 1611—14 studeerde Scheidemann bij J.P.Sweelinck.

Rond 1629 werd hij organist aan de Katharinenkirche te Hamburg, als opvolger van zijn vader David. Tijdens zijn leven werden slechts twee van zijn liederbundels (op teksten van J.Rist) gedrukt: Neue himmlische Lieder (1651) en Die verschmähete Eitelkeit (1659). Zijn vele orgelwerken, die tot de belangrijkste behoren die door de Noord-Duitse School van Sweelinck zijn voortgebracht, zijn in handschrift bewaard gebleven (voornamelijk in de orgeltabulaturen in Lübbenau, Lüneburg en Zellerfeld). Uit zijn composities, waaronder een cyclus van acht bewerkingen van het Magnificat, blijken de invloeden van Sweelinck, H.Praetorius en S. Scheidt. Zijn virtuose beheersing van het orgel, waardoor hij bij zijn tijdgenoten beroemd was, blijkt uit zijn koraalfantasieën.LITT. W.Breig, Die Orgelwerke von H.Scheidemann (1967).

< >