m. (-s, -fonen), blaasinstrument, in 1846 uitgevonden door A.Sax.
De saxofoon is een koperen instrument, dat konisch van vorm is. Hij wordt als de klarinet aangeblazen met een enkelvoudig, plat riet. De saxofoon wordt vervaardigd in verschillende grootten, van de diepe contrabassaxofoon af tot aan de hoge sopraansaxofoon. Deze laatste heeft een scherpe toon, die van de andere modellen is rond. De saxofoon is een van de belangrijkste instrumenten in de jazz en wordt veelvuldig gebruikt in de Franse, Belg. en Ned. harmonieen fanfaremuziek. G. Verdi, G.Bizet en R.Strauss behoorden tot de eerste componisten die dit instrument in symfonische muziek voorschreven.