Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Roodstaart

betekenis & definitie

m. (-en), Phoenicurus, vogelsoort uit de familie lijsters.

In Nederland en België komen voor de gekraagde en de zwarte roodstaart. De gekraagde roodstaart of blauwpaapje, Phoenicurus phoenicurus, is iets kleiner dan een huismus, met een roestrode staart en stuit. Het opvallend gekleurde mannetje heeft blauwgrijze bovendelen, oranjerode onderdelen en een zwarte keel. Hij is een insekteneter, die in holen en gaten broedt. Komt voor van WestEuropa tot in Midden-Siberië. In Nederland en België een talrijke broedvogel van bosrijke streken. Overwintert in tropisch Afrika.

De zwarte roodstaart, Phoenicurus ochruros, kan ca. 14 cm lang worden. Het mannetje van deze soort is herkenbaar aan een zeer donker verenkleed, dat aan de bovenzijde blauwgrijs en zwart is en aan de onderzijde asgrauw, terwijl de staart grotendeels geelrood gekleurd is. Het vrouwtje vertoont gelijkenis met de gekraagde roodstaart, maar is meer asgrauw van kleur. De zwarte roodstaart is een bergbewoner van Zuiden Midden-Europa en van West-Azië, die zich echter langzamerhand naar het Noorden verspreid heeft. In Nederland is hij een schaarse broedvogel en doortrekker, evenals in België.

LITT. J.Buxton, The redstart (1950).

< >