Ned. Scheeps- en machinebouwconcern, gevestigd te Rotterdam.
Het concern is in 1971 ontstaan bij de fusie tussen Rijn–Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV en Verolme Verenigde Scheepswerven NV. Rijn–Schelde Machinefabrieken en Scheepswerven NV was in 1966 ontstaan uit een samengaan van de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij NV (RDM), de NV Koninklijke Maatschappij De Schelde en de NV Motorenfabriek Thomassen met dochterondernemingen. De RDM, gevestigd te Rotterdam, werd opgericht in 1902 en hield zich bezig met scheepsbouw en scheepsreparatie en algemene machinebouw. De NV Koninklijke Maatschappij De Schelde, gevestigd te Vlissingen, werd opgericht in 1875; haar activiteiten omvatten scheepsbouw en -reparatie, bruggenen andere staalconstructies en machinebouw, de NV Motorenfabriek Thomassen gevestigd te De Steeg (Rheden), werd opgericht in 1906 en hield zich bezig met gas- en dieselmotoren, gasturbines en machines voor verpakkingsmateriaal. De in 1884 opgerichte NV Machinefabriek Breda (voorheen Backer en Rueb) en de in 1910 opgerichte Machinefabriek Braat NV te Amsterdam traden eveneens tot het concern toe. Begin 1969 werden bij overeenkomst met de Verenigde Machinefabrieken (VMF) de maritieme activiteiten verdeeld over Wilton–Fijenoord–Bronswerk NV (met o.a. de in 1921 te Schiedam opgerichte werkmaatschappij Doken Werfmaatschappij Wilton–Fijenoord NV) en een aantal deelnemingen. Eind 1969 nam het concern, samen met de Staat, DSM (Staatsmijnen), Philips, Shell en VMF deel in de oprichting van Ultra-Centrifuge Nederland NV voor de verrijking van uraan door middel van het ultracentrifuge-procédé.Het Verolme-concern, gevestigd te Rotterdam, werd opgericht in 195
9. De basis ervoor werd reeds in 1946 gelegd door C.Verolme via de oprichting van het Scheepsinstallatiebedrijf Nederland NV, later Verolme Machinefabriek IJsselmonde NV. In 1950 ging het bedrijf in de scheepsbouw door overname van de vm. werf Jan Smit Czn. In 1954 werd de werf De Haan en Oerlemans overgenomen. Van 1956–59 werd een geheel nieuw bedrijf in het Botlekgebied opgezet voor de bouw en reparatie van de allergrootste schepen. Voorts werden o.a. werven in Brazilië en Ierland opgericht.
In 1968 werd de Nederlandsche Doken Scheepsbouw Maatschappij (NDSM), Amsterdam, opgenomen. Het concern had een groot aantal dochterondernemingen en deelnemingen in binnen-en buitenland. Het produktieprogramma omvatte o.a. scheepsbouw, reparatie, bouw en reparatie van scheepsmotoren, turbines, baggermaterieel, diverse landen scheepsinstallaties.
RSV (omzet in 1971 ƒ1,4 mrd.) behaalde een omzetwaarde van de produktie in 1978 van ƒ2,5 mrd. verdeeld over scheepsbouw, scheepsreparatie, off-shore activiteiten (28 %), scheepsmachinebouw, elektrotechniek, marine (21 %), machine-en apparatenbouw, energievoorziening en montage, proces en milieu, lichte machinebouw en kernenergieactiviteiten (32 %). Eind 1978 waren er 28550 werknemers. Eind 1978 bedroegen de totale activa ƒ4,8 mrd. Aandelenkapitaal ƒ185 mln., zichtbaar eigen vermogen ƒ428 mln., beurswaarde (eind juni 1979) ƒ66 mln. Door de zeer slechte resultaten in scheepsbouw en -reparatie ontstonden grote verliezen, terwijl het concern de lasten van voortzetting van de scheepsbouwen off-shore activiteiten bij de werven van VDSM op Rozenburg, RDM te Rotterdam, NSM te Amsterdam en VMY te IJsselmonde niet meer kon dragen. Het concern verkreeg een voor risico van de staat zijnde deelneming van de Nationale Investeringsbank (43 %) en bijzondere steun van de overheid (totaal ƒ590 mln). In het kader van de reorganisatie werd in mei 1979 besloten dat de resultaten van de grote scheepsbouw en offshore vanaf 1.1.1979 voor rekening en risico van de staat zullen zijn.
