o. (-s), een zigzagsgewijs opgevouwen geleidende draad of band, gelijmd op een dragerstrip en voorzien van elektrische aansluitingen en een beschermende laag, waarmee vormveranderingen, ontstaan door rek, gemeten kunnen worden. De werking van een rekstrookje berust daarop dat de elektrische weerstand van een geleider verandert indien zijn soortelijke weerstand verandert of indien de oppervlakte van zijn doorsnede verandert; bij rek is aan beide voorwaarden voldaan.
Bij gewone weerstandsmaterialen zijn de variaties in de soortelijke weerstand zeer gering, in tegenstelling tot bij halfgeleidermaterialen, waarbij deze variaties vrij hoge waarden bereiken.Eén van de uitvoeringsvormen bestaat uit een zeer dunne (2-10 pm) band van constantaan (legering van koper met 45 % nikkel die zeer grote elektrische weerstand heeft), gelijmd op een drager van papier; deze ‘foliestrookjes’ kunnen een grote stroom verdragen en hebben een vrij lange levensduur. Een halfgeleiderrekstrookje, bestaande uit een ca. 15 pm dik stripje silicium, heeft een 50—80 maal grotere weerstandsvariatie, gepaard aan een zeer goede buigzaamheid. De door rek veroorzaakte weerstandsveranderingen kunnen in elektrische signalen worden omgezet door de rekstrookjes op te nemen in meetbruggen (brug van Wheatstone).Met een rekstrookje kunnen indirect ook grootheden die rek veroorzaken, zoals kracht, druk, trilling, momentenversnelling, gemeten worden. Voor het meten van een constructie, b.v. een brug, worden er grote aantallen rekstrookjes op gekit.
De gemeten elektrische spanningen zijn nu een maat voor de statische of dynamische rekken in de constructie. In het laatste geval (b.v. trillende constructie) fungeert het rekstrookje als transducent. Door samenstellen van rekstrookjes te gebruiken, kunnen b.v. buigen longitudinale trillingen gescheiden worden geregistreerd. De voordelen van rekstrookmeting ten opzichte van andere meetmethoden liggen vooral in de stevige slijtvaste constructie, de zeer goede lineariteit en de miniaturiseringsmogelijkheid; een nadeel vormen de kleine uitgangsspanning en de geringere geschiktheid tot het meten van kleine krachten.