[Lat. toevlucht], o. (-gia), plaats waar de fauna nog overlevingskansen heeft als het areaal elders door klimaatverandering onbewoonbaar is geworden.
Als refugium voor de tegenwoordige fauna zijn vooral bekend de plaatsen waar deze fauna naar kon uitwijken tijdens de ijstijden in het Pleistoceen (glaciale réfugia).
Van hieruit kon die fauna zich weer uitbreiden in gunstiger klimaatsomstandigheden. Voorbeelden: de arboreaalrefugia rond de Middellandse Zee, het mediterrane centrum, eliminatie.
