[Lat.], m.,
1. (geneeskunde) terugvloeiing, en wel tegengesteld aan de normale stroomrichting;
2. (chemie) terugvloei, het condensaat uit de refluxkoeler, dat terugloopt in het reactievat;
3. (aardolie-industrie) het gedeelte van het aan de top van een fractioneerkolom als damp ontwijkende materiaal, dat na condensatie wordt teruggeleid in de kolom en opnieuw gefractioneerd. destillatie.
GENEESKUNDE
Men kent verschillende soorten van reflux, waarvan sommige betrekkelijk onschuldig zijn, andere tot ziekte kunnen leiden. De normaal niet voorkomende reflux van maaginhoud naar de slokdarm zonder dat het tot braken komt, brengt zoutzuur van het maagsap in (soms langdurig) contact met het slokdarmslijmvlies. Slokdarmontsteking, soms met zweervorming en perforatie, kan het gevolg zijn. Alleen voor deze gecompliceerde gevallen is operatieve behandeling aangewezen. Reflux van darminhoud in de uitvoergang voor gal en alvleeskliersappen kan aanleiding geven tot heftige ontstekingsverschijnselen van de galwegen (cholangitis) en/of de alvleesklier (pancreatitis). Vesico-urethrale reflux is een door een slecht afsluitmechanisme van de openingen der urineleiders in de blaas veroorzaakt terugvloeien van urine vanuit de blaas tot in de urineleiders en het nierbekken.
Dit kan, bij bestaande blaasontsteking, tot versleping van ziektekiemen leiden.