o., een aan collageen verwante vezelige substantie die mede het bindweefsel vormt.
Vorming van reticuline gaat meestal aan de vorming van collageen vooraf, maar daarnaast komt reticuline, ook zonder collageen, als een fijn vezelnetwerk in talloze weefsels voor. reticulocyt', m. (-en), een voorstadium van een rood bloedlichaampje.
Reticulocyten zijn iets groter dan rijpe rode bloedlichaampjes. Zij vertonen, met een speciale kleurstof (briljant cresylblauw) behandeld, een blauw netwerk (reticulum). Het aantal reticulocyten is onder normale omstandigheden 0-20 %o van het totale aantal rode bloedlichaampjes. Bij versnelde aanmaak van deze bloedlichaampjes is het aantal reticulocyten toegenomen.
reticulo-endotheliale systeem (RES), systeem van cellen die door het gehele lichaam verspreid voorkomen en die gekenmerkt worden door het vermogen tot fagocytose, dus het opnemen van vaste deeltjes uit bloed en weefselvocht. Tot dit systeem behoren endotheelcellen (endotheel) en reticulumcellen van milt, lymfknopen en beenmerg, en de zgn. Kupffercellen in de lever. Tot de functies van dit systeem behoren de vorming van bloedcellen, het opnemen van vaak vetachtige afvalstoffen, de fagocytose en destructie van oude bloedcellen en het verwerken van ijzer en pigmenten. Soms fagocyteren deze alleen abnormale stofwisselingsprodukten (stapelingsziekten). Daarnaast speelt het RES een belangrijke rol bij de immunologische afweer doordat de bij dit systeem behorende plasmacellen de antistoffen vormen.