1. Italiaans-Joegoslavisch verdrag (1920), waarbij Italië het grootste deel van Dalmatië afstond aan Joegoslavië en Fiume (Rijeka) een vrijstad werd.
2. Duits-Russisch verdrag (1922), gesloten in het kader van de Conferentie van Genua, waarbij de USSR afzag van herstelbetalingen en beide landen elkaar de commerciële meestbegunstigingsclausule verleenden. Deze voorwaarden hadden minder betekenis dan het door het verdrag geschapen klimaat; de twee grote staten die door de Vrede van Versailles (1919) gedupeerd werden, hadden elkaar min of meer gevonden. De westelijke Geallieerden reageerden negatief; er gingen geruchten over geheime clausules, die echter niet bestonden. De geheime militaire samenwerking tussen Duitsland en de USSR voltrok zich buiten het verdrag om en berustte vooral op het nogal zelfstandige beleid van de Duitse Reichswehr. In 1926 werd het Verdrag van Rapallo bij het Verdrag van Berlijn bevestigd en uitgebreid. Nadat Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht was gekomen, werd het verdrag (evenwel niet formeel) krachteloos.
LITT. E.H. Carr, German-Soviet relations between the world wars (1951); H.G. Linke, Deutsch-sowjetische Beziehungen bis Rapallo (1970).
