(raadpleegde, heeft geraadpleegd),
1. zich op de hoogte stellen, inlichtingen inwinnen: iemand over iets raadplegen;
2. bij iemand te rade gaan, iemand advies of mening vragen: een deskundige, een dokter raadplegen (over iets); (met een zaak als object, meestal oneig. of fig.) zijn notitieboekje raadplegen.