(Ketschua, Quichua) (volkenkunde), naam voor de huidige Indiaanse bevolking van de Andes tussen Ecuador en Chili, ook voorzover zij een andere taal spreken dan het Quechua.
In de 14e eeuw werden de Quechua door de Inka’s onderworpen en in het Inkarijk geïncorporeerd. Na de verovering van dat rijk door de Spanjaarden werden ook de Quechua door hen onderworpen (1533—72), waarna zij gedwongen werden dwangarbeid te verrichten en het rooms-katholieke geloof aan te nemen. Na de koloniale periode werden zij door het sterk expanderende grootgrondbezit op grote schaal van hun land verdrongen. Zij leven nu in de hogere bergdalen van landbouw en veeteelt, in kleine gesloten gemeenschappen die vreemden weren. In hun gewoonte, godsdienst en ritueel is veel van het oude bewaard gebleven. Medicijnmannen staan vaak in hoog aanzien. Hun aantal bedraagt ca. 4,5 mln.
LITT. H.Osborne, Indians of the Andes, Aymara and Quechua (1952); R.N.Adams, A community in the Andes (1959); J.Vellard, Civilisations des Andes (1963).