Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

procureur-generaal

betekenis & definitie

m. (procureurs-generaal),

1. in Nederland: ambtenaar en tevens hoofd van het OM bij de Hoge Raad of bij een gerechtshof;
2. in België: magistraat van de rechterlijke orde, die bij het hof van beroep, het arbeidshof, de hoven van assisen en de rechtbanken de functies van het OM uitoefent.

In Nederland kan de door de wet aan hem opgedragen taak mede worden uitgeoefend door een advocaat-generaal, plaatsvervanger van de procureur-generaal. De procureur-generaal bij de Hoge Raad is, in tegenstelling tot de verdere functionarissen van het OM, niet afzetbaar in verband met de bijzondere taak die hij kan hebben bij de vervolging van ambtsdelicten. De procureur-generaal bij de gerechtshoven zijn tevens fungerend directeur van politie (opsporing) in hun ressort.

In België is de procureur-generaal belast met de uitoefening van de criminele justitie in het rechtsgebied van het hof van beroep, met de waakzaamheid over de handhaving van de orde in de rechtbanken van dat gebied, alsmede met het toezicht over de ministeriële ambtenaren (notarissen, gerechtsdienaren enz.) en de officieren van gerechtelijke politie. Zij worden bijgestaan door advocaten-generaal, die hen ook vervangen. Ook bij het Hof van Cassatie is een procureur-generaal. Daar oefent hij echter niet de strafvordering uit, tenzij hij een rechtsvordering instelt waarvan de berechting aan het Hof van Cassatie is opgedragen.

< >