o., meta-ethische theorie, d.w.z. theorie omtrent de betekenis en functie van morele termen en uitdrukkingen, alsmede omtrent de aard en structuur van ethische argumentaties.
Het met de naam van R.M.Hare verbonden prescriptivisme kan men beschouwen als een herziene versie van het emotivisme. Het is derhalve een vorm van non-cognitivisme: die richting in de meta-ethiek die de eigenlijke functie van morele uitingen in de beïnvloeding van gedrag ziet, morele oordelen dus primair niet als constateringen opvat van (eventueel specifiek morele) standen van zaken en daarmee aan het morele spraakgebruik een eigensoortige betekenis toekent, die in descriptieve termen niet adequaat is uit te drukken. Morele uitspraken worden door het prescriptivisme in nauwe logische relatie gezien tot imperatieven en geïnterpreteerd als universaliseerbare voorschriften, d.w.z. voor iedereen onder gelijke omstandigheden geldend.
LITT. R.H.Hare, The language of morals (1952); R.M.Hare, Freedom and reason (1963); G.C.Kerner, The revolution in ethical theory (1966).