I. o. (-meren), langgerekt ketenmolecule, al dan niet vertakt, ontstaan door additie of condensatie van (in het algemeen vele) gelijksoortige moleculen (monomeren) (e);
II. bn., als, van polymerie of gepaard gaand met polymerisatie: polymere radicalen; bij polymerisatie optredend: polymere ionen; (erfelijkheidsleer) polymere factoren, die elkaars werking versterken.
(e) Polymeren heten homopolymeer indien zij bestaan uit identieke monomeren, anders copolymeer (ook wel heteropolymeer). →kunststof, →polycondensatie, →polymerisatie.