Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

pa'thos (patos)

betekenis & definitie

[→Gr., hartstocht; lijden], o.,

1.(vero.) sterke gemoedsaandoening; thans meestal: het aandoenlijke in het gesproken of geschreven woord, in muziek of andere kunstuiting: de kunstwerken uit de baroktijd kenmerken zich door een nadrukkelijk -;
2. hoogdravendheid; gezwollenheid, ook in de verbinding vals -.

< >