Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

paradigma

betekenis & definitie

[Gr. paradeigma, voorbeeld], o. (-’s, -ta),

1. voorbeeld;
2. (grammatica) modelwoord; schema van verbuiging of vervoeging.

Filosofie

Het begrip paradigma is door T. S.Kuhn in de filosofie ingevoerd. Het wordt in verschillende betekenissen gebruikt: het geheel van algemeen aanvaarde opvattingen en wetenschappelijke methoden in een bepaald tijdsgewricht; de in dat tijdsgewricht aanvaarde theorieën, b.v. de ptolemeïsche astronomie; standaardvormen tot oplossing van bepaalde problemen (formules, vergelijkingen enz.); een bepalende eenheid van kennis. Kuhn zelf was er hoofdzakelijk in geïnteresseerd na te gaan wat verandering van paradigma betekent voor de ontwikkeling van de wetenschappen.

LITT. T.S.Kuhn, The structure of scientific revolutions (2e dr. 1970); I.Lakatos en A.Musgrave (red.), Criticism and the growth of knowledge (1970).

Taalkunde

In de Latijnse spraakkunst wordt het paradigma mensa, mensae, mensae, mensam, mensa, mensa, mensae, mensarum, mensis, mensas, mensae, mensis gebruikt om de verschillende naamvalsvormen van de zelfstandige naamwoorden van de eerste declinatie te illustreren. Speciaal bij de morfologische beschrijving wordt van paradigmata gebruik gemaakt, maar ook bij de syntactische beschrijving kan een paradigmatische beschrijving zinvol zijn.

< >