[<Olmeca, bewoners van het rubberland], precolumbiaans Indianenvolk, m.n. aan de Golf van Mexico. De Olmeken bezaten in de overlevering van Azteken en Maya’s een legendarische roep van een zeer hoge beschaving.
Dit Middenamerikaanse volk was het eerste dat een centraal plein met daaromheen tempelpiramiden bouwde. De Olmeken zijn vooral bekend door hun beeldhouwwerken, waaronder tot 4 m hoge basalten mensenkoppen, grote altaren en stèles. Ook maakten zij beeldjes in jade, die een karakteristieke gezichtsuitdrukking hebben (tigerfaces en babyfaces). Zij vereerden de jaguar, die in hun sculpturen een veel voorkomend element vormde. De Olmeken voerden een vorm van schrift en een kalender in en legden de grondslag voor de theocratie, die door latere culturen werd overgenomen.Men brengt de Olmeken vaak in verband met de Middenamerikaanse culturen (La Venta, Tres Zapotes), die weliswaar duidelijk invloed gehad hebben op de Zapoteken en de Maya’s, maar waarvan de herkomst nog niet duidelijk is. Dit hypothetisch verband is nog niet zeker en het onderzoek staat pas in de beginfase. De Olmeken zijn kort na de intocht van de Spanjaarden uitgestorven.
LITT. P.Drucker, Excavations at La Venta, Tabasco, (1959); I.Bernal, The Olmec world (1969).