v./m. (nepen),
1. het knijpen, keer dat men knijpt (met de vingers): hij gaf mij een gevoelige neep;
2. overgebleven litteken van knijpen;
3. (fig.) schade, afbreuk: iemand een grote neep geven, grote schade of verlies toebrengen;
4. voorwerp waarin men iets klemt.