[Melanesisch], o., bovennatuurlijke kracht die volgens de opvatting van natuurvolken de oorzaak is van alle voor hen niet verklaarbare verschijnselen, en zich kan hechten aan mensen, dieren, planten en dingen. Het begrip mana speelde en speelt vooral in Polynesië een overheersende rol in het maatschappelijk leven.
Elke bijzondere prestatie, kracht, kwaliteit of succes van mensen, dieren of voorwerpen wordt toegeschreven aan het bezit van mana: een groot leider bezit veel mana, maar ook een zeer bekwaam kunstenaar of kanobouwer, een succesvol visser, een boom die veel vrucht draagt, een wapen dat veel vijanden heeft gedood enz.Het bezit van deze magische kracht brengt een geladenheid, een zekere heiligheid met zich mee, die gevaarlijk kan zijn voor andere mensen. Daarom is het begrip mana nauw verbonden met het begrip taboe, d.w.z. het is beter om iemand die (of iets dat) geladen is met mana zoveel mogelijk te mijden. Dit idee was zo ver uitgewerkt dat een hoge chief die veel mana bezat een geïsoleerd bestaan moest leiden, omdat zijn nabijheid gevaar voor de anderen opleverde. Het begrip mana vertoont veel overeenkomst met het begrip manitoe bij de Prairie-Indianen van Noord-Amerika.