v./m., het verschijnsel dat vruchten enige jaren gesloten aan de plant gehecht blijven, terwijl zij levenskrachtige zaden bevatten, en zich pas openen (waarna de zaden ontsnappen) wanneer de temperatuur en vochtigheid optimaal zijn.
Macrobiocarpie vertonen b.v. Callistemon en Melaleuca; zij hebben groepen zittende bloemen langs de takken, die vrucht leveren. Een volgend seizoen herhaalt zich dit hoger aan de zich verlengende tak enz. Reeksen verhoutende vruchten wachten twee of meer jaren en gaan tenslotte, bij bepaalde weersomstandigheden open.