hertogin van Gelre (1371―79), ♱ 1382, oudste dochter van Reinoud II de Zwarte, hertog van Gelre. Na de dood van Machtelds broers Eduard en Reinoud III (1371), die geen van beiden wettige kinderen hadden, maakten zij en haar zuster Maria aanspraak op de opvolging.
Maria was gehuwd met hertog Willem VI van Gulik, die opkwam voor de rechten van zijn zoontje Willem. Machteld, die in 1368 haar echtgenoot graaf Jan van Kleef verloren had, huwde in 1372 Jan van Blois. In de Gelderse Successieoorlog (1371―79) die ontstond, kreeg Maria de steun van de Bronkhorsten terwijl Machteld gesteund werd door Hekerens en tot 1378 door de bisschop van Utrecht. Bij het verdelingsverdrag van 1373 werd bepaald dat Willem van Gulik hertog van Gelre zou zijn, Machteld het bewind zou voeren in de Veluwe, Betuwe Bommeleren Tielerwaard en het graafschap Zutphen. Toen Willems zoon in 1377 meerderjarig werd verklaard, beleende de keizer hem met Gelre.Op 24 maart 1379 deed Machteld formeel afstand van haar aanspraken. Zie Gelderland, GESCHIEDENIS.
