Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lupine

betekenis & definitie

[Lat.], v./m. (-n), Lupinus, plantengeslacht uit de familie Papilionaceae, waarvan een aantal soorten als voedergewas werd geteeld.

Bij de tuinlupinen zijn te onderscheiden de Lupinus polyphyllus, een overblijvende soort met dichte trossen violetblauwe bloemen, en de hybriden ontstaan door kruising met L. arboreus, de lupineboom. Als landbouwgewas kent men de witte, de blauwe en de gele lupine. In Nederland wordt sinds 1850 de gele lupine geteeld en op kleine schaal de blauwe. De gele lupine werd veel geteeld als groenbemestingsgewas op ontgonnen hoge heidegronden, maar wordt als zodanig alleen nog gebruikt als voorteelt voor jonge bosaanplant. Ca. 1930 werden in Duitsland bitterstofvrije rassen gekweekt, die enige tijd voor de teelt van voederlupine zijn gebruikt.

< >