[Fr.], v./m. (-ten).
1. (burgerlijke bouwkunde) deel van een bouwwerk dat rond of halfrond van vorm is, b.v. de steekkap in een tongewelf;
2. (vestingbouw) uitgebouwd vestingwerk met twee facen en twee aansluitende flanken, waarvan de keel veelal afgesloten was door een borstwering;
3. halfcirkelvormig bovenlicht;
4. halvemaanvormige tekening, b.v. op dieren;
5. halvemaanvormige lage wal, open naar de wind, aan de lijzijde van een zoutpan.
De lunet wordt gevormd door de wind; zij bestaat in tegenstelling tot duinen niet uit zand, maar uit door zoutkristallen tot wat grotere korrels verenigde kleideeltjes. De lunet komt voor in Zuid-Australië en Noord-Afrika.