Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lummel

betekenis & definitie

m. (-s).

1. lompe, onhandige jongen of man: een lummel van een vent; een onbeschaafde lummel; ook minachtend of afkeurend voor jongen in het algemeen: zo`n grote lummel als jij moest zich schamen zo iets te doen;
2. (kaartspel) de blinde; de speler die tijdelijk niet meespeelt; (metonymisch) kaarten die zonder door een afzonderlijke speler in de hand te worden gehouden aan het spel deelnemen;
3. draaibare verbinding van de giek of laadboom aan de mast;
4. stalen veer;
5. reepje stof met knoopsgaten, o.a. gebruikt bij regenjassen om de opgeslagen kraaguiteinden te verbinden;
6. stuk: een lummel worst.

< >