o. (-en), (ook: hoorspel), door de radio uitgezonden toneelspel, dat speciaal geschreven werd om beluisterd te worden.
Het luisterspel heeft een eigen karakter, hoewel het elementen van toneel en vertelling kan bevatten. Het is ca. 1924 tegelijk met de opkomst van de radio-omroep ontstaan. Men onderscheidt het luisterspel in engere zin en het klankbeeld.
1. Het luisterspel is een radiodrama dat geleidelijk een autonome dramaturgie heeft ontwikkeld. Het is meestal korter dan een toneelstuk of film, maar vergt meer van de concentratie en verbeelding van de luisteraar. Ondanks proefnemingen met langere hoorspelen (tot 2,5 uur) geeft men de voorkeur aan een reeks korte vervolguitzendingen op verschillende dagen.
Men gebruikt vaak een spreker om in enkele woorden te vertellen wat in scènes uitgewerkt veel tijd zou kosten. Soms is het luisterspel opgebouwd uit enkele breed uitgewerkte taferelen, soms uit een aaneenschakeling van flitsende scènes. Sommige schrijvers hebben genoeg aan het woord, anderen ondersteunen de sfeer met muzikale omlijstingen en een akoestisch decor (geluid van de zee, autos e.d.). Voornamelijk in het buitenland heeft het luisterspel litteraire betekenis gekregen, b.v. Under milk wood (Ned. vert. Onder het melkwoud) van Dylan Thomas, dat in 1954 door de BBC werd uitgezonden.
Het eerste luisterspel werd in Nederland uitgezonden door de PCGG van Idzerda in 1920. Ondanks de televisie heeft het luisterspel niet aan betekenis verloren. In Hilversum worden jaarlijks ca. 350 hoorspelen opgenomen, waarvan ca. 25 % afkomstig is van Ned. auteurs. De NOS beschikt daartoe over een vaste hoorspelkern van acht personen en een zeer omvangrijk geluidenarchief. In de tijd dat de radio nog geen concurrentie van de televisie ondervond, bestond de hoorspelkern uit ca. 40 medewerkers. Zeer populair was destijds o.a. de serie Paul Vlaanderen-hoorspelen. In 1939 veroorzaakte een hoorspel dat de vorm van nieuwsuitzendingen had op grote schaal paniek in de VS (The war of the worlds van Orson Welles, naar het gelijknamige boek van H.G.Wells).
Het eerste luisterspel in België, In de mijn, werd ca. 1930 door de BRT uitgezonden. Jaarlijks worden er ca. 60 hoorspelen geprogrammeerd; verder worden er 52 radiofeuilletons en 10 radiodocumentaires uitgezonden.
2. Het klankbeeld zou men ook radiodocumentaire kunnen noemen. Het berust niet op een intrige en dramatische spanningen zoals het luisterspel, maar heeft een thema, b.v. de visserij, het circus, een biografie, een bepaald tijdperk. Het klankbeeld is meestal instructief en soms vermengd met echte reportages en vraaggesprekken, waardoor het naar radiojournalistiek zweemt. De genres luisterspel en klankbeeld zijn in de praktijk niet altijd scherp onderscheiden.
LITT. F.Lenz, Einführung in die Soziologie des Rundfunks (1952); D.McWhinnie, The art of radio (1959); H.Schwitzke, Das Hörspiel (1963); E.K. Fischer, Das Hörspiel (1964); H.Schwitzke, Reclams Hörspielführer (1969); F.Knilli, Deutsche Lautsprecher (1970); G.Thoveron, Radio et télévision dans la vie quotidienne (1971); K.Fischer en U.Fischer, Rundfunk im Planspiel (1975).