bn. en bw. (-er, -st),
1. luid klinkend, op luide wijze: luidruchtig zingen, lawaaierig, rumoerig: een luidruchtig geschreeuw; het ging er toe;
2. (van personen) veel leven makend: een luidruchtige jongen.
Gepubliceerd op 13-12-2021
betekenis & definitie
bn. en bw. (-er, -st),
1. luid klinkend, op luide wijze: luidruchtig zingen, lawaaierig, rumoerig: een luidruchtig geschreeuw; het ging er toe;
2. (van personen) veel leven makend: een luidruchtige jongen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: