Ned. historicus, *26. 7.1894 Rotterdam, †30.3.1974 Groesbeek. Rogier was onderwijzer en sinds 1919 leraar Nederlands te Rotterdam, waar hij zich als autodidact ontwikkelde tot een veelzijdig geschiedschrijver.
In 1946-47 vestigde hij zijn reputatie met De geschiedenis van het Noord-Ned. katholicisme in de 16e en 17e eeuw, waarin hij o.a. de stelling verdedigde dat de protestantisering van de Noordned. Republiek grotendeels onder politieke en sociaal-economische druk heeft plaatsgehad. De Katholieke Universiteit te Nijmegen verleende hem in 1947 een eredoctoraat en benoemde hem tot hoogleraar nieuwe geschiedenis. Grote bekendheid kreeg Rogier door het in 1953 met N.de Rooy geschreven ln vrijheid herboren. Katholiek Nederland 1853-1953, dat hij in 1956 omwerkte tot Katholieke herleving, waarin hij o.m. het integralisme aan de kaak stelde. Rogier was ook actief als organisator en redenaar. Bekend werd vooral zijn rede over De culturele inertie van de Ned. katholieken (1958). Rogier toonde zich steeds een voorstander van een ‘open katholicisme’.Werken: Eenheid en scheiding (1952), Beschouwing en onderzoek (1954), De kerk in het tijdperk van Verlichting en revolutie (1964), Terugblik en uitzicht (1964-65), Herdenken en herzien (1974).