o.,
1. het geheel van de rechtsbepalingen voor het verkeer in de lucht;
2. het voor postvervoer per vliegtuig verschuldigde extraport.
In het Luchtvaartverdrag van Parijs van 13.10. 1919 werd de soevereiniteit van de staat over de luchtruimte boven zijn territoir uitdrukkelijk erkend, in het Luchtvaartverdrag van Chicago (7.12. 1944) nogmaals tot uitdrukking gebracht. Het soevereiniteitsbeginsel, gebaseerd op de nationale veiligheid van de staten, is ook het uitgangspunt van de wetgeving van alle landen. Teneinde echter te voorkomen dat het internationale luchtverkeer op grond van de soevereiniteit van de staat over het luchtruim belemmerd of bemoeilijkt zou worden, werden in twee overeenkomsten (het International Air Service Transit Agreement en het International Air Transport Agreement, toegevoegd aan het Verdrag van Chicago) de volgende vijf vrijheden geformuleerd:
1. de vrijheid het territoir over te vliegen zonder te landen;
2. de vrijheid te landen voor niet-commerciële doeleinden;
3. de vrijheid passagiers, post en goederen te doen landen die werden opgenomen op het grondgebied van de staat waarvan het lucht vaartuig de nationaliteit bezit;
4. de vrijheid passagiers, post en goederen in te nemen bestemd voor het gebied van de staat waarvan het luchtvaartuig de nationaliteit bezit;
5. de vrijheid passagiers, post en goederen in te nemen die voor het gebied van enige verdragsstaat bestemd zijn en de vrijheid passagiers, post en goederen te doen landen voorzover deze afkomstig zijn van zo`n gebied.
Genoemde vrijheden gelden evenwel slechts tussen staten die partij zijn bij deze overeenkomsten. Het instellen van internationale luchtlijnen geschiedt steeds in onderling overleg door de betrokken staten. Ingevolge het Luchtvaartverdrag van Chicago is iedere staat gerechtigd het nationale luchttransport voor te behouden aan de eigen luchtvaartmaatschappij (cabotage). Op privaatrechtelijk gebied zijn verscheidene multilaterale verdragen tot stand gebracht.
LITT. W.P.Heere, Intern, bibliogr. of air law 1900-71 (1972); I.H.Ph. Diederiks-Verschoor, Inl. tot het luchtrecht (1973); W.P.Heere, Supplement 1972—76 (1976); H.A.Wassenbergh, Public intern, air transportation law in a new era (1976).