v./m (-kronen),
1. kroon zoals een keizer draagt (e);
2. (fig.) de waardigheid van keizer;
plantesoort uit de familie Liliaceae, nl. Fritillaria imperialis, een geliefde, giftige sierplant.
(e) HERALDIEK. Als dekking van een wapenschild vertoont een keizerskroon in het algemeen drie beugels, gevuld met een mijtervormige voering van purper, met bovenop een wereldbol, waarop een kruis. Naast persoonlijke keizerswapens zijn ook wel stedewapens gedekt met een keizerskroon; het recht daartoe is veelal bij wijze van keizerlijke gunst verleend. →kroon.