v./m. (-sluizen), een sluis bestemd om het water tijdelijk te keren, nl. wanneer het buitenwater hoger staat dan het binnenwater.
(e) Indien bij een op zee of rivier afwaterende polder de zeeof rivierstand hoger dan het polderpeil rijst, wordt het instromen van water in de polder voorkomen door het sluiten van de waterkering in de keersluis. Men kan ook gevallen hebben, dat noch de hoogste, noch de laagste buitenwaterstand in de polder kan worden toegelaten; de keersluis moet dan naar twee kanten kunnen keren en is dan b.v. voorzien van twee stel puntdeuren, één met de punt naar buiten en één met de punt naar binnen.