Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Jordaens

betekenis & definitie

Jacob, Zuidned. schilder en tekenaar, 19.5.1593 Antwerpen, ♱18.10.1678 Antwerpen. Jordaens trad in 1607 in de leer bij Adam van Noort, de leermeester van P.P.Rubens en werd in 1615 als waterverfschilder en in 1621 als deken van het SintLucasgilde vermeld.

In zijn religieuze werken is de invloed van Rubens duidelijk merkbaar. Vóór alles is hij tekenaar en aquarellist. Ca. 1650 ging Jordaens over tot het calvinisme, wat geen eindpunt betekende voor zijn religieuze kunst. Bekend zijn de altaarstukken Christus aan het Kruis (1617; Sint-Jacobskerk te Antwerpen) en De marteling van de H. Appolinia (1628; Sint-Augustinuskerk, Antwerpen). Zijn voorkeur ging echter uit naar grote decoratieve stukken en wandversieringen.

In 1634-35 werd hij, samen met C. de Vos, door de stadsmagistraat belast met de decoratiewerken voor de Blijde Intrede van kardinaal-infant Ferdinand. Van Engeland, Zweden, deNoordned. Republiek kwamen grote bestellingen zowel voor schilderijen als voor tapijtontwerpen. In de genrestukken als So de ouden songhen, so pijpen de jonghen (1638, Museum Antwerpen) is Jordaens wellicht het meest zichzelf. Terwijl vorige eeuwen hem als boers en grofrealistisch schilder typeerden, wordt nu dit volksrealisme juist ten zeerste gewaardeerd. LITT. M.Rooses, Jordaens (1906); R.A.d’Hulst, Jordaens drawings (4 dln. 1974).

< >