o., Oudgermaans midwinterfeest, dat op den duur in het christelijke kerstfeest opging.
(e) De naam joelfeest is alleen bewaard in Scandinavië (jül) en in Engeland (yule). Het is zowel een vruchtbaarheidsfeest, als een dodenfeest. Het offeren van een aan Freyr gewijd everzwijn dat verbrand werd, had ten doel de oogst van het volgend jaar te beschermen. Dit brandoffer leeft in de moderne joelvuren met het joelblok voort. Maar ook is het joelfeest de tijd waarin de geesten op aarde verschijnen en gaan spoken, dikwijls onder leiding van de dodengod Odin; zij worden onthaald en op hun heil wordt gedronken. Het meifeest en het joelfeest waren de belangrijkste feesten van het Germaanse jaar.