Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jioe-jitsoe (jiu-jitsu)

betekenis & definitie

o., Japanse vechtwijze zonder wapens, ingesteld op verdediging en aanval.

(e) Jioe-jitsoe dateert reeds uit het feodale tijdperk van de samoerai en werd toen alleen beoefend door die stand. Na het einde van het feodale stelsel in 1868 ging ook het volk in Japan zich op jioe-jitsoe toeleggen. De huidige vorm werd ontwikkeld door Jigoro Kano, die ook een spelvorm ontwierp (judo). Het jioe-jitsoe is vooral de kunst door meegeven te overwinnen. Men maakt gebruik van de kracht van de aanvaller door deze uit balans te brengen. Jioejitsoe bestaat uit o.a. handgrepen, worpen, slagen, schoppen en valtechniek.

Nodig is voortdurende concentratie op de tegenpartij, uiterst snel reageren en kennis van de kwetsbare plaatsen van het lichaam. Toegepast worden druk op zenuwen, wurggrepen en breeken ontwrichtingsmethoden. Jioejitsoe is meer dan een sport, het is ook een filosofisch (vooral ethisch) en economisch systeem. Het richt zich op de psychosomatische mogelijkheden tot harmonie door volledige zelfbeheersing, uiterste concentratie, geduld, bliksemsnelle reactie, besluitkracht en bereidheid tot volledige inzet.

< >