Franse nationale heldin (La Pucelle d’Orléans),*12.1.1412 Domrémy (Lotharingen), ♱(verbrand) 30.5.1431 Rouen. Het optreden van Jeanne d’Arc viel op het dieptepunt van de →Honderdjarige Oorlog.
In 1425 hoorde zij voor de eerste maal stemmen die haar opriepen Frankrijk te redden. Na veel moeite had zij op 8.3.1429 een ontmoeting met de dauphin. Zij herkende hem uit een groep van 300 edelen en gaf hem het teken dat zijn geboorte (als zoon van koning Karel VI) wettig was; hieraan had de dauphin getwijfeld. Ondanks tegenwerking aan het hof kreeg Jeanne d’Arc in april de beschikking over een legermacht, waarmee zij op 8 mei het door de Engelsen belegerde Orléans ontzette. Jeanne d’Arc wist vervolgens de dauphin te overreden zich naar Reims te begeven, waar hij op 17 juli tot koning →Karel VII werd gekroond. Tegenwerking van de koning weerhield Jeanne dArc ervan haar plannen tot verovering van Parijs te volvoeren.
Tijdens een uitval uit het belegerde Compiègne viel Jeanne d’Arc op 23.5.1430 in handen van de Bourgondiërs, die haar aan de Engelse koning verkochten. Deze liet haar naar Rouen overbrengen, waar een kerkelijke rechtbank onder voorzitterschap van bisschop Cauchon op 21.2.1431 een proces tegen haar opende. Na een procesvoering, waarbij haar contacten met de duivel ten laste werden gelegd, herriep Jeanne dArc op 24 mei de authenticiteit van de stemmen en werd zij tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld.Op Engelse aandrang wist men Jeanne d’Arc te verleiden haar mannenkleren weer aan te trekken en op 28 mei werd het proces heropend. Op 30 mei werd Jeanne d’Arc als tot de ketterij teruggevallen ter dood veroordeeld en op de markt te Rouen verbrand. Karel vu intervenieerde nooit. In 1456 eindigde een nieuw proces met Jeanne d; Arcs rehabilitatie. In 1920 werd ze heilig verklaard.
De betekenis van Jeanne d’Arcs optreden ligt o.a. in het feit dat zij de Franse krachten wist te mobiliseren en door haar successen de zwakte van de ogenschijnlijk overmachtige Engelse positie in Frankrijk aantoonde. In de litteratuur is Jeanne d’Arc heldin in werken van o.a. Voltaire, Schiller, Shaw, Claudel (Jeanne d’Arc au bûcher, muziek van A.Honegger, 1939), terwijl diverse films aan haar werden gewijd, o.a. door C.Dreyer (1929) en O.Preminger (1957). LiTT. P.Doncoeur, Paroles et lettres de Jeanne la Pucelle (1960); J.Guitton, Problème et mystère de Jeanne d’Arc (1961); W.Koch, Die Jungfrau von Orléans (1963); A.Bossuat, Jeanne d’Arc (1968); P. de Sermoise, Les missions secrètes de Jeanne la Pucelle (1970); FI.Guillemin, Jeanne, dite Jeanne d’Arc (1970); I.Raknem, Joan of Arc in history, legend and literature (1972).