Amerikaans psycholoog en filosoof, *11.1.1842 New York, ♱26.8.1910 Chocorua (New Hampshire). James was van 1872—1907 hoogleraar aan Harvard University.
Hij behoorde tot de stroming van het →pragmatisme, evenals Peirce en Dewey. James wilde zich aan de feiten houden en bestreed daarom het abstracte hegelianisme. Tegenover het abstracte monisme verdedigde hij het concrete pluralisme. Het discursieve denken kan aan de continuïteit van de veelvormige menselijke ervaring geen recht laten wedervaren. Vandaar ook kan er geen absolute, voor ieder geldende waarheid zijn. In een pluralistisch opgevat universum kunnen verschillende waarheden tegelijk optreden.
Belangrijk is niet wat is, maar wat zich voltrekt. De waarheid voltrekt zich in het proces van waar-making (verification); zij wordt door het gebeuren waargemaakt. James pragmatische theorie van de moraal is sterk individualistisch en utilitaristisch gekleurd: het wezen van het goede bestaat enkel in de bevrediging van de behoeften. James legde sterk de nadruk op het avontuur en het risico in de moraal, waardoor hij in de buurt van de ethiek van de existentiefilosofie kwam. Hij stond sterk onder de invloed van de ontwikkelingsgedachte.James is vooral bekend als psycholoog. Hij wordt wel beschouwd als de grondlegger van de psychologie in de VS, m.n. door zijn boek The principles of psychology. Zijn psychologie is pragmatisch: bruikbaarheid is een centraal thema. Hij publiceerde Varieties of religious experience, een pleidooi om de godsdienstige ervaring serieus te nemen. De meest geciteerde themas hieruit zijn: het onderscheid tussen geestelijk gezond en geestelijk ziek, de bewustzijnstoestand van de mysticus, kenmerken van authentiek geloof. Zijn gedachten over de mysticus zijn vooral belangrijk als theorie over het bewustzijn.
In zijn Principles had hij, stelling nemend tegen een structuralistische benadering, de term bewustzijnsstroom ingevoerd, daarmee aangevend dat het bewustzijn voortdurend in verandering is; in Varieties pleit hij voor de veelzijdigheid van het bewustzijn. Geloof en godsdienst zijn authentiek als zij geestdriftig zijn, bijdragen tot innerlijk geluk en tot moreel hoogstaand gedrag. Werken: The principles of psychology (2 dln. 1890), The will to believe (1897), The varieties of religious experience (1902; Ned. vert. Varianten van religieuze ervaring, 1963), Pragmatism (1907), The meaning of truth (1909), A pluralistic universe (1909), Essays in radical empiricism (1912), Memories and studies (1912), Collected essays and reviews (1920). Uitgave: The selected letters (1961).
LITT. C.Compton, W. James (1958); J.Linschoten, De psychologie van W.James (1959); G.Allen, W. James (1967); J.Wild, The radical empiricism of W. James (1969).