Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

irregulariteit

betekenis & definitie

[→Lat.], v. (-en), 1. onregelmatigheid; 2. (canoniek recht) een beletsel voor het ontvangen van wijdingen of het gebruik maken van wijdingsmacht (e).

(e) Een canonieke irregulariteit kan berusten op een afwijking van geestelijke of lichamelijke aard of op een vergrijp tegen de kerkelijke geloofsof zedenleer (b.v. geloofsafval, moord). Van deze beletselen kan worden gedispenseerd door paus of bisschop.

< >